De gelakte ebbenhouten tafel weerkaatste het licht dat binnenviel door de kleine glas-in-lood raampjes van het kasteel. Stoffig zilverwaar en kristallen glazen lichtten op in de verder donkere kamer. Het ongeduldig getik van hakken klonk op de stenen vloer. Margaritte de la Vaux stond met haar armen in haar zij naar buiten te turen. De binnenplaats was felverlicht door de middagzon. Een zucht wind deed wat stof verplaatsen. Een kat lag in de schaduw van de stalmuur languit in het grind.
Er was verder niemand van betekenis aanwezig op het kasteel. Graaf Stephan van Vollenzimmer was gisteren uitgereden met een klein garnizoen aan soldaten, ondersteund door een regiment van knechten, koks en ambachtslui. Margaritte wist dat ze niet snel zouden terugkeren. Daar zorgde de onvoorspelbaarheid van een oorlogscampagne wel voor. Zonder enige twijfel had haar man ingestemd met het verzoek van de keizer om oorlog te voeren tegen de Beierse leenheren. Zijn gevoel voor eer en plicht waren grootser dan zijn liefde voor haar. Ze zuchtte. Ze keek naar de kat op de binnenplaats. Een gevoel van onrust en jaloezie maakte zich meester van haar. Waarom kon ze niet als die kat gewoon liggen zonder zorgen? Zonder te denken aan haar vermoeide verleden, zonder het gewicht van haar verantwoordelijkheden als gravin. Ze had een herinnering van toen ze een kind was. Toen rende ze eens door de dansende korenvelden. Ze voelde de modder onder haar voeten. Hoe haar moeder haar riep vanuit de verte. Ze had niet geluisterd. Ze was alleen maar rechtdoor blijven rennen. Hijgend met haar handen haar rok omhoog houdend. Het koren als striemen tegen haar jonge benen aan. Het zweet dat van haar voorhoofd gutste. Uiteindelijk hadden de huisknechten haar gevonden. Verstopt onder een grote wortel van een eikenboom. Ze was daar heerlijk in slaap gevallen tussen het mos.
Ze sloot haar ogen en ademde diep in en uit. Zij, Margaritte de la Vaux, gravin van Hochs-Sacksenbach, was niet meer in staat om in dat onschuldige moment te verblijven. De poorten naar het simpele geluk van die dag waren voorgoed gesloten.